Ze zijn nu zo’n beetje uitgebloeid; stinzenplanten. Horen ze in de heemtuin? Tja, dat is niet zo eenvoudig. In een heemtuin groeien planten die van nature in dat gebied thuishoren. Maar wat is ‘van nature’? Daar kun je een boom over opzetten. Zeker als het gaat over ons land dat tot op de vierkante millimeter aangelegd is.
Wat zijn stinzenplanten?
In het kort: een grote groep voorjaarsbloeiers die vanaf de 16e eeuw werden aangeplant bij kastelen, buitenplaatsen, boerenhofsteden en grote tuinen van herenhuizen. Uitsluitend met speciaal beheer konden ze zich handhaven op deze plekken waar ze van nature niet voorkwamen. Zelfs de nachtmerrie van menig tuinier, Japanse Duizendknoop, is in 1823 als stinzeplant in Nederland terecht gekomen! De naam stinze komt van het Fries en werd voor het eerst gebruikt in 1932 door de Friese bioloog en natuurkundige J. Botke. Hij noemde ze zo omdat hij deze categorie planten aantrof bij Friese oude kastelen of op plekken waar ooit kastelen stonden. Stins betekent in het Fries stenen huis.
Soorten stinzenplanten
Om het nog interessanter te maken. We kennen vier verschillende groepen stinzenplanten:
1. Regionale stinzenplanten
Deze zijn regionaal inheems, meestal in Zuid Limburg, en verspreidden zich in Nederland op natuurlijke wijze of door aanplant. Bijvoorbeeld daslook en vingerhelmbloem.
2. Nederlandse stinzenplanten
Het klinkt misschien raar maar onder deze groep vallen stinzenplanten die hun oorsprong hebben in Midden- en Zuid-Europa en nu ook in het wild voorkomen in Nederland. Bijvoorbeeld sneeuwklokje, holwortel en winterakoniet.
3. Exotische stinzenplanten
Deze kleine groep komt van ver buiten Nederland en groeit uitsluitend in een meer gecultiveerde omgeving. Bijvoorbeeld hondstand en Turkse lelie.
4. Begeleiders
Dit zijn inheemse planten die voorkomen in een stinzenmilieu maar geen stinzenplant zijn. Denk aan fluitenkruid, zevenblad en brandnetel.
Regionale stinzenplanten Alkmaar
Er is weinig bekend over van nature voorkomende stinzenplanten in onze streek. In 1990 is een ‘Kust en duin’ inventarisatie gedaan bij Leiden. Beemdooievaarsbek, groot hoefblad en overblijvende ossentong kwam daar in het natuurlijk milieu voor. Een in 2005 gepubliceerde inventarisatie van Alkmaar ‘Tussen duin en dijk’ van Rutger Polder spreekt over de volgende regionale soorten: daslook, gevlekte aronskelk, gewone herfststijlloos, gele kornoelje, vingerhelmbloem, lelietje der dalen, vingerhoedskruid, kievitsbloem, lievevrouwebedstro, stengelloze sleutelbloem, bloedzuring, knolsteenbreek, boshyacint, kleine maagdenpalm en maarts viooltje.
Stinzenplanten in de heemtuin Krommesloot
Ja, natuurlijk horen stinzenplanten thuis in de heemtuin. Het beheer van heemtuinen kent verschillende stromingen. Van ‘laten opkomen wat van nature opkomt’ tot ‘schilderen met kleuren en soorten’ zoals in de Amstelveense heemparken. Voor de heemtuin Krommesloot kun je kiezen voor regionale en eventueel Nederlandse stinzenplanten die verwilderen en het goed doen op de grondsoort (vochtige, matig vruchtbare klei) en ligging van de heemtuin. Zo op het eerste gezicht zijn dat voor de regionale soorten kleine maagdenpalm, kievitsbloem, beemdooievaarsbek, herfstijlloos en lieve vrouwe bedstro. Knolsteenbreek is een vraagteken omdat de grond mogelijk te nat is in bepaalde perioden van het jaar. Groothoefblad minder geschikt i.v.m. matig vruchtbare grond, voor gevlekte aronskelk, maarts
viooltje en boshyacint is de grond wellicht te zwaar, voor gele kornoelje is de grond waarschijnlijk te vochtig, vingerhelmbloem houdt van zandige bodem net zoals vingerhoedskruid en lelietje der dalen die ook kan woekeren. Aan daslook kun je sowieso beter niet beginnen, tenzij je “alleen daslook wilt” zoals docente en stinzenexpert Heilien Tonckens ons tijdens de lesdagen keer op keer op het hart drukt.
Lezen en ontdekken
Boeken vol kun je schrijven over stinzenplanten. Dat hebben anderen gelukkig al gedaan. Voor deze blog houden we het hierbij en tippen we je voor meer leesvoer graag de volgende boeken: Basisgids Stinzenplanten van Heilien Tonckens, Wil Leurs en Rick Hoeksema en de wat oudere uitgave van Natuurmonumenten getiteld Stinzenplanten van Piet Bakker en Evert Boeve. Wij zijn flink enthousiast geraakt over stinzenplanten. Volgend jaar kunnen we er weer volop van genieten. Deze website geeft je de beste tips waar je wanneer moet zijn om te genieten van stinzenflora in volle glorie: https://stinzenflora-monitor.nl/. Suzanne kijkt er in ieder geval naar uit om dit najaar flink wat biologische, (regionale) stinzenplanten in haar Heiloose tuin te planten.
Annemieke en Suzanne