Inleiding
Amateurtuindersvereniging de Kromme Sloot streeft ernaar dat ieder lid kan tuinieren volgens een eigen visie. Er zijn kaders waarbinnen dit is toegestaan en welke in dit tuinreglement zullen worden omschreven. Uitgangspunt is het contact tussen leden onderling zo optimaal mogelijk te houden. Tenslotte tuinieren we met ruim 120 verschillende leden op hetzelfde complex. Als lid ben je verantwoordelijk voor de activiteiten die op de eigen tuin plaatsvinden. Het contactpersoon is het eerste aanspreekpunt bij vragen of problemen. Er is in dit tuinreglement onderscheid gemaakt tussen complexregels, tuinregels en regels omtrent opstallen. Ieder lid wordt geacht zich te houden aan datgene wat in het tuinreglement is omschreven.
Complexregels
1. Men dient na 16:00 de poort van het complex af te sluiten.
2. Het is niet toegestaan zich in het tijdvak tussen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopkomst op het complex te bevinden, behoudens toestemming van het bestuur.
3. De buitenkraan bij de kantine mag door alle tuinders gebruikt worden voor drinkwater.
4. De kruiwagens en karren van de vereniging zijn door alle leden te gebruiken, doch dienen na gebruik terstond schoon te worden teruggebracht naar hun plaats.
5. Honden dienen aangelijnd te zijn op het complex en er mag geen vee worden gehouden.
6. De motormaaier, frees en elektrische heggenschaar of bosmaaier kan in overleg en tegen vooraf vastgestelde vergoeding worden gebruikt. Hiertoe dient vooraf een schriftelijke verklaring te worden ingevuld.
7. Het betreden van andere tuinen is alleen toegestaan met toestemming van het betreffende lid. Bestuursleden kunnen ongevraagd tuinen betreden.
8. Het is niet toegestaan om op het complex afval in welke vorm dan ook te verbranden. Niet composteerbaar tuinafval dient men zelf af te voeren.
Tuinregels
De volgende regels hebben betrekking op het tuinieren op de eigen tuin. Tweemaal per jaar is er een schouw waarin wordt gekeken of de regels worden nageleefd. Deze schouwcommissie bestaat uit meerdere bestuursleden. Wanneer er geconstateerd wordt dat een lid bepaalde regels niet naleeft zal het contactpersoon in gesprek gaan met het lid.
9. Het lid dient het bestuur schriftelijk op de hoogte te stellen als hij bij ziekte of om andere redenen niet in staat is de tuin te onderhouden.
10. De haag is eigendom van de vereniging en dient onderhouden te worden door het lid. De maximale hoogte is gesteld op 120cm. De grond onder de heg dient zoveel mogelijk vrij van onkruid te worden gehouden.
11. Een gemeenschappelijk pad en- of greppel tussen twee tuinen dient te worden onderhouden, leden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderhoud.
12. Pootaardappelen dienen jaarlijks op een derde gedeelte van de tuin te worden gepoot. Het deel bestemd voor de teelt van aardappelen wordt jaarlijks door het bestuur bepaald. Alle pootaardappelen dienen N.A.K. gekeurd te zijn. Van de pootaardappelen die niet van de vereniging worden betrokken dient men voor het poten de aankoopnota en certificaat van keuring te kunnen overleggen. Aardappelloof dient net als tomatenloof meteen als restafval te worden afgevoerd.
13. Sterk woekerende planten als bamboe en Japanse Duizendknoop zijn niet toegestaan.
14. Het is verboden op de tuin meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid hennep ( Cannabis sativa) te telen.
15. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan.
16. Om overlast bij aangrenzende tuinen in een later stadium te voorkomen dienen nieuwe fruitbomen op minimaal 2 meter afstand van de grens te worden aangeplant. Voor nieuwe bessenstruiken geldt dat ze op 1,5 meter geplant moeten worden.
17. Het is niet toegestaan plastic afval, glas en puin van welke aard dan ook op de tuin te begraven of met grond te bedekken. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk afvoeren.
18. Ieder lid heeft de vrije beschikking over de aan hem/haar toegewezen en geaccepteerde tuin, doch is verplicht deze in zijn geheel van de aanvang af in goede staat te onderhouden. Het bestuur is belast met het toezicht en zal bij het niet naleven van het tuinreglement het betreffende lid hiervan aanzegging doen.
Opstallen
19. Voor alle bouwwerken boven de 120cm, dient voor plaatsing, toestemming te worden aangevraagd bij het bestuur. De aanvraag dient inclusief een bouwtekening te zijn. Er wordt uiterlijk een week na de daaropvolgende bestuursvergadering schriftelijk antwoord gegeven. Bij de aanvraag wordt gelet op grootte, materiaal en functie van het bouwwerk. Het lid is geheel verantwoordelijk voor het beheer van de opstallen.
20. Onder tijdelijke voorzieningen wordt verstaan: voorzieningen voor een bepaalde teelt. Bijvoorbeeld: bonenstokken, schuingeplaatste eenruiters, plastic tunnels, boogvoorzieningen voor tuinnetten e.d. Deze dienen direct na betreffende teelt te worden verwijderd. Voor plastic geldt dat deze in voorjaar en zomer mogen dienen voor het afdekken van een stuk tuin. In het najaar en winter dient het plastic opgeruimd te worden ivm bodemherstel.
21. Terrassen mogen niet meer bedragen dan 10% van de perceelgrootte. Windkeringen bij de terrassen hebben een maximale hoogte van 120 centimeter en mogen worden geplaatst in overleg met het bestuur.
22. Ieder lid heeft het recht, tenzij het hem bij de verhuur van de tuin uitdrukkelijk is verboden, op de aan hem toegewezen tuin een broeikas en/of een ander soort opstallen te plaatsen mits die voldoet aan hetgeen in het tuinreglement omschreven is.
Kassen
Voor kassen is een uitgebreid beleid opgezet aan de hand waarvan wordt gewerkt bij deze vereniging. Een uitgebreide versie van dit beleid is op te vragen bij het bestuur. Hierin zal toelichting worden gegeven, met behulp van rekenvoorbeelden, over de totstandkoming van de tarieven, de afschrijvingstermijn en de restwaarde van een kas. Daarnaast zullen hierin de afmetingen worden
beschreven waaraan een kas dient te voldoen.
23. Voor kassen geldt dat er een apart contract ter ondertekening wordt aangeboden voor de aankoop
of plaatsing van een kas door een lid. Hierin wordt aangegeven dat de vereniging het recht van eerste terugkoop heeft wanneer het lidmaatschap wordt beëindigd. Het verleende recht van eerste koop door de vereniging betreft niet een verplichting tot koop door de vereniging. Daarnaast staat in het contract de koopsom, de gehanteerde afschrijvingstermijn en de restwaarde vermeld.
24. Het lid mag de kas niet zelf doorverkopen aan een ander lid of aspirantlid.
25. Plaats van de kas wordt door het bestuur bepaald.
26. Een kas dient een stalen of aluminium frame te hebben.
27. Een kopie van de factuur van de kas dient te worden ingeleverd bij de penningmeester zodat de afschrijving kan worden berekend.
Schouw
28. De schouwcommissie bestaat uit ten minste twee bestuursleden en vindt op drie momenten plaats. Deze momenten vallen in maart, juni en oktober. Tijdens de schouw gaat het om de algemene indruk van de tuin waarbij een aantal punten extra wordt gelet:
– Plaatsing van de aardappelen.;
– Hoogte van de heg;
– De greppels;
– Permanente en tijdelijke voorzieningen.
Opleveren tuin
Wanneer een tuin is opgezegd dient het vertrekkende lid de onderstaande regels in acht te nemen bij het opleveren van een tuin. Er zal overleg plaatsvinden over het opleveren. Het streven is om op een plezierige manier afscheid te nemen van het elkaar.
29. Alle materialen en restanten van groenten dienen te worden verwijderd. Aardbeienplanten mogen in overleg blijven staan.
30. Opstallen, welke in goede staat zijn, kunnen in overleg achterblijven in de tuin.
31. Bessenstruiken en fruitbomen mogen blijven staan, andere vaste planten dienen te worden verwijderd.
32. Bij beëindiging van het lidmaatschap kan de vereniging de kas van het lid terugkopen. De afspraken die zijn gemaakt in de overeenkomst van de aankoop van de kas zijn hierbij leidend. Er wordt standaard gewerkt met aanschafwaarde, afschrijvingstermijn, restwaarde en de staat van onderhoud van de kas. Op basis hiervan wordt de terugkoopwaarde bepaald. Het lid kan er ook voor kiezen de kas niet op de tuin achter te laten. De kosten van de verwijdering van de kas zijn voor rekening van het lid als eigenaar van de kas.
33. De tuin dient in goede staat te worden opgeleverd waarbij het gaat om de algemene indruk.
34. Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden kunnen de kosten voor het gebruiksklaar maken van de tuin conform het huishoudelijk reglement in rekening worden gebracht.