De mol (Talpa europaea) we kennen hem allemaal maar zien hem zelden want mollen leven bijna hun hele leven onder de grond. Ze zijn zowel overdag en in de nacht actief. Regelmatig komen we molshopen tegen. Vaak meerdere bij elkaar. Je denkt al snel dat dat het werk moet zijn van meerdere mollen maar mollen zijn zeer territoriaal. Iedere mol bewaakt zijn gangenstelsel met ferme. Wanneer een andere mol binnendringt volgt er vaak een gevecht op leven en dood.
Van februari tot april is de paartijd en gaan de heren op zoek naar de vrouwtjes. Er worden dan lange gangen gegraven totdat ze het territorium van een vrouwtje hebben gevonden. Na een duistere romance worden er na zo’n 30 dagen 3 tot 5 jongen geboren. Mollen kunnen gangen graven tot wel 200 cm diep en het zijn zeer snelle gravers tot wel 12 meter per uur. De mol graaft 2 soorten gangen. De vaste gangen en de zgn jachtgangen. De vaste gangen vormen de basis van het territorium van de mol en bevinden zich tot 50 cm onder de grond. Tijdens het graven van deze gangen wordt de aarde naar boven gewerkt en ontstaan de zgn molshopen.
Als centraal punt in het vaste gangenstelsel bevindt zich een vrij grote ruimte dat dienst doet als nest. Deze ruimte bevindt zich altijd onder een stuk terrein dat dicht begroeid is. De jachtgangen worden veel eenvoudiger gegraven en bevinden zich maar een paar centimeter onder de grond. De grond wordt in feite omhoog gedrukt. Ze gebruiken deze gangen om een paar keer per dag op zoek te gaan naar voedsel.
Mollen hebben een goed werkend ecosysteem nodig om te overleven. Regenwormen vormen zijn basisvoedsel maar hij is niet kieskeurig, engerlingen, maden en andere insectenlarven, duizendpoten en (naakt-)slakken staan ook op het menu.
Hij eet per dag een hoeveelheid voedsel dat gelijk is aan zijn eigen lichaamsgewicht. Dit moet hij ook doen want een dag zonder voedsel kan al fataal voor hem zijn. Is er voldoende eten beschikbaar dan legt de mol een voorraad aan voor slechtere tijden. Tijdens droogte (zomer) graaft de mol wel tot 2 meter diep om toch nog voldoende voedsel te kunnen vinden. Met het zakken van het grondwater zitten de regenwormen ook dieper. Wanneer het grondwater stijgt bestaat de kans dat het gangenstelsel onder loopt. De mol moet weer nieuwe gangen graven om voedsel te bemachtigen. De oorzaak van het verschijnen van nieuwe molshopen heeft dus steeds te maken met het zoeken naar voedsel.