Een recept voor 4 personen
Wat heb je nodig?
350 gram arboriorijst (risotto)
400 gram tijgergarnalen, rauw en ongepeld (vriezer)
3 venkelknollen
2 uien
1 citroen
40 gram roomboter
150 ml witte wijn
Peterselie en wat groen van de venkel om te garneren
Olijfolie, zout & peper
Bereidingswijze
1. Snij de uien in ringen en snij de venkel in plakken van 1 cm.
2. Rasp de schil van de citroen en pers daarna het sap in een schaaltje.
3. Breng een pan met 1 liter water en 2 theelepels zout aan de kook. Plaats een stoompan met gaatjes in deze pan met hierin de rauwe, ongepelde garnalen. Laat 5 minuten koken. Haal de stoompan eruit, spoel de garnalen af onder de koude kraan en pel ze. Leg de garnalen apart. Doe de schalen terug in de stoompan, zet deze weer in het gekookte water en trek hier een visbouillon van (evt. extra visbouillonblokje toevoegen).
4. Verwarm een scheutje olijfolie en de helft van de roomboter in een grote hapjespan. Bak de ui en venkel samen in de pan.
5. Voeg na een paar minuten de rijst toe en roer alles goed door.
6. Voeg na een paar minuten de witte wijn toe en wacht tot de wijn is verdampt.
7. Voeg nu een soeplepel hete visbouillon toe (uiteraard zonder de schalen). Blijf roeren totdat de bouillon helemaal is opgenomen. Je hebt uiteindelijk – lepel voor lepel – circa driekwart van de bouillon nodig.
8. De rijst is na zo’n 20 minuten beetgaar. Roer dan de citroenschil, het citroensap naar smaak en de gekookte garnalen erdoor.
9. Haal de pan van het vuur, roer de fijngehakte peterselie en de rest van de boter erdoor en laat hem een paar minuten staan. Serveer met wat takjes venkelgroen.
Eet smakelijk!
Voor de heerlijkste recepten kijk ook eens op onze Facebookpagina.
